De suikerbiet is een tweejarige plant. In het eerste jaar vormt de plant een verdikte penwortel; de biet. In het tweede jaar wordt de bloeiwijze gevormd. Om een bloeiwijze te kunnen vormen heeft de plant een periode met lage temperaturen nodig. Deze tweedejaars plant wordt in Nederland niet geteeld. De productie van het zaaizaad vindt plaats in Frankrijk en Italië.

Teelt
Om problemen met ziekten te voorkomen, worden suikerbieten meestal niet vaker dan één keer in de vier jaar op hetzelfde perceel geteeld. De teelt kan zowel plaatsvinden op kleigronden als zandgronden.

Suikerbieten worden in maart of april gezaaid. De zaden worden op een afstand van 18-21 cm weggelegd. De rijafstand bedraagt 50 cm. In totaal worden er meestal 110.000 zaden per hectare gezaaid.

In de eerste helft van de teelt bestaat het werk voornamelijk uit onkruid bestrijden. In de tweede helft van de teelt worden de bladziekten en luizen bestreden.

Doel
• Als belangrijkste doel is het nog steeds het doel dat er suiker van gemaakt wordt. Als ze gerooid zijn, gaan ze naar de suikerfabriek. Daar vindt extractie van suiker plaats. Het suikersap kan gecentrifugeerd worden en zo kunnen de kristallen gescheiden worden.
• Daarnaast kan het suikersap ook gebruikt worden voor de productie van bio-ethanol. Per hectare kan ongeveer 5.000 a 6.000 liter bio-ethanol geproduceerd worden.
• Uit de restproducten van de suikerextractie kan cellulose-ethanol geproduceerd worden.
• Daarnaast zijn suikerbieten een goede grondstof voor de vergister. Suikerbieten kunnen namelijk twee keer zoveel energie opwekken als energiemais per hectare. Daarnaast zijn suikerbieten zeer snel vergistbaar. Suikerbieten produceren het meeste biogas per hectare in vergelijking met andere traditionele landbouwgewassen.

Meer informatie