Bruine bonen worden voornamelijk in Zeeuws-Vlaanderen geteeld. Dit komt omdat de teeltomstandigheden daar het meest ideaal zijn. Veel zonuren en genoeg regen.

Teelt
Voor de teelt van bruine bonen wordt een plantdichtheid van 25 planten per m2 gehanteerd. In het veld worden ze op rijen van 37,5 cm geteeld. Voor een vlotte kieming heeft een boon warmte nodig. Bij een bodemtemperatuur van 12 graden duurt het ongeveer vier weken voordat de boon gaat kiemen. Wanneer de temperatuur van de bodem 18 graden bedraagt, duurt dit nog maar 1 week. Bruine bonen worden rond half april gezaaid. Bonen hebben ook stikstofknolletjes aan de wortels. Deze kunnen stikstof uit de lucht vastleggen in de grond. Het afschoffelen van de bonen gebeurd als 80% van de peulen droog zijn.

Wanneer de bonen gedorst worden, is een vochtgehalte van 25% ideaal. Als het te nat is, zal het zaad gaan schimmelen en wanneer het te droog is zal het vlug beschadigen. (Neuvel, 1994)

Doel
Bruine bonen worden nu geteeld om op te eten. Ze zitten vol met koolhydraten en eiwitten. Ze worden steeds populairder omdat ze iets substantieels bijdragen dat vlees kan vervangen. In bruine bonen zitten meer eiwitten dan in graan of peulen. In vlees zit ook veel eiwit. Omdat de wereldbevolking groeit en vlees duur is, is dit gewas een mooie vervanger. (Waard, 2013)